STAP 10: De overgang | hoe je van zwemmen naar fietsen gaat

De overgang van zwemmen naar fietsen, ook wel T1 genoemd, is een cruciaal moment in je triatlon. Elke seconde die je hier bespaart, kan van invloed zijn op je eindtijd. Snelheid en efficiëntie in de overgang vragen niet alleen om planning, maar ook om herhaalde oefening.

Wat maakt een goede overgang?

Een goede overgang is een combinatie van snelheid, organisatie en kalmte. Je wilt zo snel mogelijk uit het water, je wetsuit uittrekken en op de fiets stappen, maar zonder te haasten of fouten te maken. Een gestroomlijnd proces voorkomt stress en laat je de race soepel voortzetten.

Voorbereiding begint bij je uitrusting

Een georganiseerde transitieplek is de sleutel tot succes. Zorg ervoor dat je spullen overzichtelijk en logisch zijn geplaatst:

• Wetsuit, bril en badmuts: Gooi deze direct in een vooraf bepaalde hoek.

• Fietsschoenen: Open en klaar voor gebruik, eventueel al vastgemaakt aan je pedalen.

• Helm: Plaats deze bovenop je fietsschoenen of stuur met de riem open.

Markeer je plek in de wisselzone, bijvoorbeeld met een herkenbare handdoek, zodat je snel je fiets terugvindt.

Oefen het uittrekken van je wetsuit

Een wetsuit kan lastig uit te krijgen zijn, vooral als je haast hebt. Oefen dit regelmatig om het proces te automatiseren. De stappen:

1. Maak de rits open zodra je het water uit bent.

2. Trek het bovenste deel van het wetsuit naar beneden terwijl je richting je fiets rent.

3. Gebruik je voeten om het laatste deel van het wetsuit uit te trappen.

Smeer wat vaseline of speciale anti-schuurgel rond je enkels en polsen om het proces te versnellen.

Snel maar niet gehaast

Hoewel snelheid belangrijk is, mag dit niet ten koste gaan van zorgvuldigheid. Controleer bijvoorbeeld of je helm goed vastzit voordat je op je fiets stapt. Vergeet ook niet om jezelf te hydrateren en je te concentreren op je ademhaling na het zwemmen.

Met een paar seconden extra focus voorkom je fouten en zorg je voor een sterke start van het fietsonderdeel.